Keuze voor schaalsprong fiets + OV-rail inzet voor de Statenverkiezingen
- Details
- Gepubliceerd op dinsdag, 17 maart 2015 11:06
Alternatief voor verbreding: een gezamenlijke agenda voor stad en provincie
"Statenverkiezingen, waar gaan die eigenlijk over?" Een begrijpelijke vraag. Wat nog weinig onder de aandacht is gebracht, is hoe belangrijk de komende verkiezingen op 18 maart zijn voor het beleid op mobiliteit, oftewel bereikbaarheid, leefbaarheid en gezondheid specifiek voor regio Utrecht.
Het regiobestuur (BRU) is opgeheven, wat betekent dat het regionale mobiliteitsbeleid nu bij de provincie ligt. Daarmee heeft de provincie de sleutel in handen om samen met betrokken gemeenten te werken aan een alternatief voor de verbreding van de Ring Utrecht en de bak in Amelisweerd: de keuze voor een schaalsprong in fiets + OV-rail netwerken.
We hebben alle standpunten op de thema's mobiliteit en leefbaarheid uit de provinciale verkiezingsprogramma's voor u op een rij gezet in dit document.
Een opgave voor stad en regio
Met veel inzet probeert de gemeente Utrecht zich de laatste jaren te profileren met een vernieuwend mobiliteitsbeleid, waarbij bewoners nadrukkelijk worden betrokken. Na de vaststelling van het ambitiedocument 'Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar' zijn we een volgende ronde in gegaan met onder meer stadsgesprekken over "Slimme Routes Slim Regelen" en een verdere uitwerking van het fietsbeleid. En ook op straat zien we na veel papierwerk concrete veranderingen, zoals de inrichting als fietsstraat van de Prins Hendriklaan en de Troelstralaan, de fietstunnel in Lunetten en het weren van vervuilende diesels in de binnenstad.
De grote slag is echter te maken in regionaal verband en op de regionale schaal. Al in het bestaande – en achterhaalde – Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) uit 2005 wordt opgemerkt dat de grote uitdaging op het gebied van de mobiliteit niet binnen de stad ligt. Zelfs in dat weinig ambitieuze plan stelde de gemeente dat het autoverkeer binnen de Ring in de periode 2005-2020 mogelijk zou afnemen! De voorziene, forse verkeersgroei van 30% in die periode zou vrijwel geheel het gevolg zijn van de groei van de stad (Leidsche Rijn) en de toename van het verkeer in de regio. Het GVVP voorspelde dat, mede door de schaalvergroting van de stad, het fietsgebruik zou afnemen van 25 naar 22%.
Intussen weten we dat een aantal dingen behoorlijk anders zijn gelopen. Zo hebben bijvoorbeeld - zonder dat daar bestuurlijk enig beleid op werd ontwikkeld - treinreizigers en fietsers zelf een heel andere keuze gemaakt dan voorzien. Op verkeersgebied groeit er niets harder dan de combinatie fiets+trein. Bij elke verbetering in fiets/OV infrastructuur en voorzieningen gaat die groei nog weer harder. We zien het af aan onafzienbare rijen fietsen aan alle kanten van het Centraal Station en aan fietsenstallingen die vollopen zodra ze worden geopend. Fietsfiles zijn 'trending' op twitter. Voeg daarbij de opkomst van de e-bike en het is geen wonder dat het fietsnetwerk in de stad inmiddels aan alle kanten uit zijn voegen barst.
De schaalsprong Fiets + OV als alternatief voor meer asfalt
De spectaculaire groei in het fiets+OV netwerk is door geen van de scenario's uit de planstudie Ring Utrecht voorzien (NB: scenario's uit 2006, dus van vóór de crisis). Terwijl de opkomst van het 'fiets+trein' model heel relevant is. Immers, slechts een derde van het verkeer op de Rijkswegen rond de stad heeft een beginpunt of bestemming buiten de stad of regio. Liefst een derde van het verkeer is afkomstig uit de stad of gaat daar naar toe. Nog eens een derde is afkomstig uit de regio of gaat daar naar toe.
Verbreding van de Ring dient een probleem op te lossen dat zich hoogstens in de spitsuren voordoet - en nog niet eens alle. Een alternatief bieden aan een klein deel van die spitsreizigers kan al voldoende zijn om de keuze voor nog meer asfalt rond de stad overbodig te maken. Ook een beperking van de maximum snelheid tot 80 km/uur op de Ring zorgt, naast de evidente voordelen op het gebied van gezondheid en milieu, voor minder files. Uitbreiding van de Ring is dan niet nodig, waarmee een miljard euro kan worden bespaard.
Het toenemend gebruik van fiets en trein in de regio - ontstaan vanuit bewoners zelf - leidt logischerwijs tot de conclusie dat de oplossing van mobiliteitsproblemen te vinden is in een sterkere inzet op die duurzame en gezonde formule. En dan ook op regionale schaal, gekoppeld aan een intensiever gebruik van de regio- en voorstadstations. Zo kwam de 'Kracht van Utrecht' op het concept van de Dubbele Schaalsprong' van fiets+OV.
Provincie nu verantwoordelijk voor stadsregionale mobiliteit
Tot 1 januari 2015 was het stadsregionaal beleid op het gebied van verkeer en mobiliteit ondergebracht bij het BRU (Bestuur Regio Utrecht). Nu dat is opgeheven ligt die taak bij de provincie. Het BRU publiceerde overigens nog wel een laatste visiedocument - Mobiliteitsvisie Grootstedelijk Utrecht - met daarin een duidelijk pleidooi voor meer ambitie op het gebied van fiets en OV.
Ook de provincie heeft vorig jaar haar beleidsvisie voor 2015-2028 vastgesteld. Het vreemde is, dat daarbij om de brij van de toekomst van bereikbaarheid en leefbaarheid van de stadsregio Utrecht werd heen gelopen. De provincie heeft daar feitelijk nog geen eigen visie of beleid over geformuleerd.
Verkiezingen: keuze voor een bereikbare stadsregio
Daarmee worden de Statenverkiezingen op 18 maart a.s. extra belangrijk. In het huidige collegeprogramma 2011-2015 van de provincie legt de coalitie zich bijvoorbeeld grotendeels neer bij de besluitvorming van het Rijk over de Ring Utrecht. De rol van de provincie beperkt zich vooral tot het meewerken aan een zo goed mogelijke inpassing en het vragen om een Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA). Het Rijk ziet dat MMA overigens als niet minder dan een 14-strooks snelweg met (wel) maximale inpassingmaatregelen, zoals zo hoog mogelijke geluidschermen en stil asfalt.
Stad en regio Utrecht zullen moeten inzetten op een omslag in denken over leefbaarheid en bereikbaarheid, waarbij veel sterker wordt ingezet op de schaalsprong voor fiets + OV. Een flinke ambitie om het railnetwerk verder uit te bouwen en benutten is daarbij natuurlijk inbegrepen.
Stad en provincie hebben een lange traditie van "met de rug naar elkaar staan". De opheffing van het BRU dwingt stad, regio en provincie elkaar in de ogen te kijken: Maak een gezamenlijke agenda voor de toekomst van de regio, ook op het gebied van leefbaarheid, gezondheid en bereikbaarheid.
Naar een OV MIRT verkenning - ambitie voor beter stadsregionaal OV
Het Rijk programmeert de financiële middelen voor infrastructuur in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Drie jaar geleden startten provincie en regio een "OV-MIRT onderzoek" dat moet leiden naar een programma waar ook plannen voor een railnet in de regio (met in elk geval een tram door de binnenstad op de huidige busroute) worden uitgewerkt. Tot dusver wil het Rijk daar nog geen geld voor reserveren. Gevolg is dat het afgeronde onderzoek niet tot een verdere 'MIRT verkenning' heeft geleid. Een scherpere keuze van de provincie om zelf ook geld in te zetten (eventueel als voorfinanciering) voor een rail+fiets alternatief kan het Rijk wellicht toeschietelijker maken.
De door minister Schultz van Haegen zelf gevraagde Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) leidde al tot een negatieve uitkomst en het advies om in elk geval nog maar een paar jaar met de plannen te wachten. Die jaren kunnen worden benut voor de uitwerking van een alternatief vanuit de regio zelf.
Tekst: Jos Kloppenborg / Kracht van Utrecht